Een prominent RB lid – dat mij dierbaar is – spendeert iedere week een burgermansfortuin aan bloemen bij de plaatselijke bloemist. Nee, de slogan ‘Ben loyaal en koop lokaal’ hoeft haar niet nader geduid te worden. Uiteraard wisselt het florale aanbod van de bloemist met de seizoenen, maar met de kerst in aantocht gaat onze middenstander helemaal los. Dat ‘in aantocht’ komt hem namelijk erg goed uit, want het symbool van het naderende Kerstfeest tijdens de advent (van het Latijnse adventus, dat komst betekent) is natuurlijk de adventskrans. En daar wilde ik het even met u (fiscaal) over hebben.
Dat kransje is van Duitse herkomst. De Lutherse theoloog Wichern deed veel aan liefdadigheid en ving in dat kader kinderen uit armoedige gezinnen op. Die bleven maar aan z’n hoofd zeuren wanneer het nou ein-de-lijk Kerstmis was (wist u dat een kind zijn of haar ouders gemiddeld elke dag driehonderd vragen stelt?) dus bedacht hij een list. Hij nam een houten wiel en plaatste daarop vier grote (voor de zondagen) en 24 kleine (voor de andere dagen) kaarsen. Iedere dag ging er in één de brand en als alle kaarsjes brandden was het kerst. Maar dat had u al begrepen. Na verloop van tijd werd het wiel met dennengroen versierd. Zie hier de geboorte van de adventskrans. De verwantschap met de kerstkrans met vier van die hardgroene of -rode vruchtjes zal duidelijk zijn.
Maar goed: nu komt de fiscale beroepsdeformatie. ‘Blote’ (niet-opgemaakte) adventskransen vallen onder het verlaagde tarief in de omzetbelasting. Negen procent dus. Worden deze producten echter ‘opgemaakt’ (kaarsjes!) verkocht, dan geldt het algemene tarief. Puur natuur wordt derhalve fiscaal beloond, maar het gebruik van linten, belletjes, balletjes, kaarsjes en meer van die goedbedoelde rotzooi wordt beloond met het algemene tarief van 21%.
Nou is een adventskrans zonder kaarsen net zoiets als een café zonder bier. Maar een krans-met-kaars verkopen kost zoals gezegd 12% extra. Zonde geld. Tijd voor een creatieve fiscale oplossing. Zou je die krans niet als bouwpakket kunnen verkopen? Niet in één cellofaantje natuurlijk – zoals de inmiddels welbekende maaltijdbouwpakketten uit de supermarkt – want dat gaat gegarandeerd fout. Maar wat als het echt los verkocht wordt?
Neem nu de bijgaand afgebeelde adventskrans. Wat die kostte laat ik graag in het midden – u zou er een lekke hartklep van krijgen – maar het is de moeite van het zelf even knutselen meer dan waard. Los verkopen vergroot ook nog eens een keer de keuzevrijheid van de consument, want in bepaalde tradities wordt niet met vier maar met zes adventszondagen gerekend. En in roomse kring is de derde kaars op de krans vaak roze. Niet omdat het dan roze zondag is (zoals de bekende roze maandag op de Tilburgse kermis), maar omdat er dan bij het liturgisch paars van de adventsperiode alvast een scheutje liturgisch wit van het in aantocht zijnde Hoogfeest van Kerstmis wordt gegoten. Gaudete heet die zondag en de kleur van de priesterlijke gewaden (uiteraard ook roze) is voor mij reden om die dag de Heilige Mis te bezoeken. Daarna wacht – in de beste Roomsche traditie – uiteraard de kroeg. En geloof me: van het prijsverschil van die 12% kom ik daar een heel eind.
Ik zal de vraag eens voorleggen aan onze vakinhoudelijke commissie omzetbelasting. Onze eigen kennisgroep zogezegd. Kunnen ze meteen wat zeggen over het tarief van de achtentwintig met chocolade gevulde luikjes van de adventskalender. Negen procent vanwege de chocolade of toch gewoon 21% vanwege de adventskalender? Ook al heet die bij Tony’s Chocolonely inmiddels de aftelkalender. Getsie. De moderne tijd zullen we maar zeggen.
Desalniettemin: ik wens u goede feestdagen.
mr. S.F.J.J. (Sylvester) Schenk RB
directeur fiscale zaken Register Belastingadviseurs