Op donderdag 15 mei heeft de rechtbank Den Haag het spits afgebeten van de gezamenlijke ‘massaal bezwaar plus’-procedure. In deze procedure wordt de rechter gevraagd uitspraak te doen of de groep van één miljoen niet-bezwaarmakers, net zoals de bezwaarmakers, in aanmerking zou moeten komen voor rechtsherstel over hun box 3-heffing in de jaren 2017-2020. De uitspraak van de rechtbank Den Haag wordt, als eerste van in totaal vier zaken, verwacht op 26 juni aanstaande.
Wat is de aanleiding?
Op Prinsjesdag 2022 besloot het kabinet geen rechtsherstel te bieden aan de groep niet-bezwaarmakers in box 3. Dit leidde tot grote verontwaardiging. Tienduizenden mensen volgden onze oproep van 17 oktober 2022 om een verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen. Naar aanleiding hiervan heeft de staatssecretaris in overleg met ons het besluit genomen een nieuwe collectieve rechtszaak te starten, de massaal bezwaar plus-procedure.
Wat is onze inzet?
In deze nieuwe massaal bezwaar plus-procedure staat de belastingplichtige ten eerste niet alleen. Het Register Belastingadviseurs trekt in deze collectieve rechtszaak samen op met de koepelorganisaties van fiscale dienstverleners (NBA, NOAB, NOB en SRA), de Bond voor Belastingbetalers en de Consumentenbond. Onze gezamenlijke inzet is dat alle box 3-belastingplichtigen in aanmerking komen voor rechtsherstel en compensatie.
Ten tweede is met het ministerie van Financiën en de Belastingdienst de afspraak gemaakt dat iedereen automatisch meelift in deze massaal bezwaar plus procedure. De belastingplichtige hoeft dus zelf verder geen initiatief te nemen.
Wat is de stand van zaken?
In overleg met de Belastingdienst en alle koepel- en belangenorganisaties zijn vier proefpersonen geselecteerd voor vier proefprocedures. Deze vier proefpersonen zijn representatief voor alle ‘niet-bezwaarmakers’. De vier proefprocedures worden uitgeprocedeerd bij vier verschillende rechtbanken. Op 15 mei 2025 is de eerste proefprocedure behandeld bij rechtbank Den Haag. Aan het eind van de behandeling van de eerste proefprocedure kondigde de rechtbank aan dat zij naar verwachting op 26 juni uitspraak gaat doen. In de week van 19-23 mei vindt de zitting ten aanzien van de tweede proefprocedure plaats bij de rechtbank Zeeland/West Brabant.
Wat is de kans op succes?
Zoals ook bij de start van de procedure toegelicht, wordt in veel zaken de Belastingdienst in het gelijk gesteld bij de rechtbank. Op basis van deze ervaringen is het daarom niet waarschijnlijk dat deze procedure uiteindelijk succesvol zal zijn. Wij doen er niettemin alles aan om het maximale uit deze zaak te halen. Dit is een zaak van lange adem, maar wij zetten het traject vastberaden voort tot de Hoge Raad een definitieve uitspraak doet.
