In de algemene ledenvergadering van 25 juni jongstleden heeft bijna 83% van de aanwezige leden van het Register Belastingadviseurs ‘ja’ gezegd op het voorstel regie te nemen rond de wettelijke regulering van het beroep. 7% van de leden was tegen en 10% onthield zich van stemming. Als RB’s zijn zij zelf goed opgeleid en (tuchtrechtelijk) toetsbaar en die status zou voor alle belastingadviseurs moeten gelden. Een werkgroep -onder leiding van een nog aan te zoeken, al dan niet externe voorzitter- gaat uitwerken hoe dat ingeregeld kan worden. Het beconnummer is -volgens het RB- daarbij de kapstok voor verdere stappen.
Achtergrond
Staatssecretaris Vijlbrief deed op 13 oktober 2020, in reactie op vragen van Tweede Kamerlid Nijboer, een oproep aan de sector te komen met initiatieven om misstanden in de beroepsgroep te bestrijden. Die misstanden hangen deels samen met het feit dat belastingadviseur een niet wettelijk gereguleerd beroep is dat door iedereen uitgeoefend mag worden. De RB-adviseur is een professional, die kwaliteit levert, vakkennis actueel houdt, integer en toetsbaar is. Dat geldt lang niet voor alle belastingadviseurs en een deel van hen beïnvloedt, door malafide of andere niet-ethische praktijken, het imago van de sector in negatieve zin. Ook duperen zij daarmee particulieren, bedrijven en de Nederlandse schatkist.
Daarnaast is het thema transparantie in de afgelopen jaren in toenemende mate plek gaan innemen in het maatschappelijk-politieke debat. Ook de RB-belastingadviseurs zien het belang van accountability, van het verantwoordelijkheid nemen voor de uitoefening van het beroep.
Deze omstandigheden hebben de RB-adviseurs gebracht tot een idee voor wettelijke regulering, waarmee de betrouwbare belastingadviseur voor overheid en markt herkenbaar wordt. Daarmee haken ze in op het door staatssecretaris Vijlbrief (Ministerie van Financiën) aangekondigde onderzoek om te bekijken of het bestaande instrumentarium voor toezicht en controle toereikend is en voldoende wordt ingezet.
RB-voorstel
Het RB stelt voor verdere regulering op te pakken via het beconnummer (belastingconsulentennummer). Concreet beveelt de beroepsorganisatie de volgende punten aan:
- verstrek beconnummers niet meer aan organisaties maar aan individuen
- stel kwaliteits- en integriteitseisen aan het verkrijgen van een beconnummer
- toets deze eisen periodiek; het beconnummer is opzegbaar als een belastingadviseur niet (meer) aan de eisen voldoet
- regel privaat toezicht op het verkrijgen en behouden van het beconnummer, bijvoorbeeld via een onafhankelijke stichting waarin de beroepsverenigingen en de Belastingdienst vertegenwoordigd zijn.
Het voordeel is dat deze constructie relatief snel gerealiseerd kan worden en dat de jarenlange ervaring van de bestaande beroepsorganisaties met het stellen van kwaliteits- en integriteitseisen aan hun leden wordt benut. Bovendien is er geen nieuwe autoriteit of het inwerken van een bestaande toezichthouder nodig.