Selecteer datum
Box 3 zit in een juridische achtbaan zonder eindhalte in zicht. In 2024 wees de Hoge Raad arresten over het rechtsherstel van box 3. Daarbij gaf de Hoge Raad rekenregels voor het bepalen van het werkelijke rendement. Eén van die regels is dat ook ongerealiseerde waardemutaties moeten worden meegerekend. Daarnaast zijn kosten niet aftrekbaar. Dit jaar heeft de wetgever de arresten van de Hoge Raad vertaald in de Wet tegenbewijsregeling box 3, en waar nodig aangevuld met bepalingen voor de berekening van het werkelijke rendement. Als een belastingplichtige aantoont dat zijn werkelijke rendement in een bepaald jaar lager is dan het forfaitaire rendement, moet de Belastingdienst de aanslag verlagen, zodat uitsluitend belasting wordt geheven over het werkelijke rendement. Vanaf de zomer van 2025 kunnen belastingplichtigen en/of hun adviseurs het digitale formulier ‘Opgaaf Werkelijk Rendement box 3’ invullen en indienen bij de Belastingdienst.
In dit webinar word je bijgepraat over de actuele stand van zaken rondom de tegenbewijsregeling box 3. Na afloop heb je alles weer helder op een rij. De nadruk ligt op de praktijk: hoe en wanneer moet je handelen?
Let op dit webinar is alleen live te bekijken.
De terugkijk versie zal uiterlijk vrijdag 4 juli online staan.
Wat ga je leren in de cursus Wet tegenbewijsregeling box 3?
- Wanneer doet zich in de praktijk vooral de situatie voor dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, zoals bijvoorbeeld bij aandelenportefeuilles in 2022;
- Wat is het genietingstijdstip als rente over een jaar wordt bijgeschreven op 1 januari van jaar n+1;
- Is het toch zinvol om bezwaar te maken als bij de berekening van het werkelijke rendement geen kostenaftrek is toegestaan;
- Welke WOZ-waarden zijn relevant voor het bepalen van ongerealiseerde waardemutaties bij woningen;
- Leiden niet aftrekbare verbouwinguitgaven inderdaad tot een belaste ongerealiseerde waardemutatie;
- In welke jaren is het wél of juist níét zinvol om, bij uitsluitend banktegoeden, een heffing over het werkelijke rendement af te dwingen;
- Hoe ga je om met ongerealiseerde waardemutaties bij vorderingen en schulden met een vaste rente, wanneer de marktrente afwijkt? Denk aan situaties zoals schulden aan ouders bij zogeheten ‘papieren schenkingen’ met 6% rente, of vorderingen van ouders op kinderen met een vaste rente;
- Vormt het eigen gebruik van een vakantiewoning ook een belastbaar werkelijk rendement? Zo ja, hoe wordt dit vastgesteld, vanaf wanneer geldt dit en hoe hoog is het dan;
- Wat zijn de regels van het werkelijk rendement als het gaat om heffingvrij vermogen en de schuldendrempel;
- Wat zijn de regels voor groene beleggingen;
- Wie komt wél of níét in aanmerking voor automatisch rechtsherstel, en wanneer moet vóór 1 januari 2026 een verzoek tot ambtshalve herziening worden ingediend;
- Wat zijn en blijven belangrijke adviesmomenten vóór 1 januari aanstaande, als je het inkomen wilt laten berekenen volgens het forfaitaire stelsel? Denk aan situaties zoals het oprichten van een stichting administratiekantoor (STAK) om daarin roerende zaken en schulden onder te brengen;
- En de belangrijke vraag: wanneer moet je per se voor je cliënt in actie komen.
Leerdoelen en leerresultaten
- Je hebt een helder beeld van de tegenbewijsregeling box 3 en je weet hoe het werkelijk rendement box 3 volgens de tegenbewijsregeling moet bepalen.
- Vervolgens krijg je inzicht in de adviesmogelijkheden voor je klant tot het moment waarop de wet ‘Werkelijk Rendement box 3’ in werking treedt.