Op 14 juli 2025 heeft de rechtbank Zeeland-West Brabant uitspraak gedaan in de tweede proefprocedure van de zogeheten ‘massaal bezwaar plus’-procedure. Net als de rechtbank Den Haag heeft ook de rechtbank in Breda het beroep ongegrond verklaard. De inzet van deze rechtszaken is alle box 3-belastingplichtigen in aanmerking te laten komen voor rechtsherstel (en mogelijk financiële compensatie).

Wat is de aanleiding?

Na het ‘Kerstarrest’ van de Hoge Raad op 24 december 2021, waarin werd geoordeeld dat de box 3-heffing in strijd was met de wet, kregen alleen belastingplichtigen die tijdig bezwaar hadden gemaakt over de jaren 2017–2020 rechtsherstel en compensatie. Honderdduizenden anderen die dat niet hadden gedaan—vaak omdat zij niet wisten dat bezwaar maken nodig was—deden vervolgens een verzoek tot ambtshalve vermindering.

Wat is de inzet?

Om de belangen van belastingbetalers te behartigen, trekt in de ‘massaal bezwaar plus’-procedure een aantal partijen gezamenlijk op. Het gaat hierbij om de koepelorganisaties van fiscale dienstverleners (NBA, NOAB, NOB, RB en SRA), de Consumentenbond, ConsumentenClaim en de Bond voor Belastingbetalers. Hun inzet is dat alle box 3-belastingplichtigen in aanmerking komen voor rechtsherstel en compensatie.

Welke zaken zijn aan rechtbank voorgelegd?

De Belastingdienst en alle koepel- en belangenorganisaties hebben vier proefprocedures geselecteerd voor de ‘massaal bezwaar plus’-procedure. Deze vier proefprocedures zijn samen representatief voor de groep belastingbetalers die destijds niet tijdig bezwaar hebben aangetekend, omdat zij hiervan niet op de hoogte waren en überhaupt niet wisten dat zij bezwaar konden aantekenen.

Wat is het vervolg?

De uitspraak van de rechtbank Zeeland-West Brabant is teleurstellend. Het betekent echter niet dat de strijd gestreden is. De ‘massaal bezwaar plus’-procedure bestaat uit vier proefprocedures. In de twee andere zaken heeft één rechtbank inmiddels een datum vastgelegd voor een zitting. Het zal nog een lange tijd duren, voordat de rechter in deze zaken uitspraak doet.

Tegelijkertijd zijn wij, samen met onze partners, in overleg met de Belastingdienst. De aanleiding voor dit overleg is de vraag om de uitspraken van de rechtbank Den Haag en Zeeland-West Brabant – via sprongcassatie – direct voor te leggen aan de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland.

Deel dit nieuwsbericht

Recente nieuwsberichten