De Tweede Kamerleden Maatoug, Van der Lee (beiden GroenLinks) en Nijboer (PvdA) hebben een initiatiefwetsvoorstel ingediend voor het vervangen van het box 2-tarief door een progressief tarief en een drastische aanpassing in de fiscale regelingen rondom bedrijfsopvolging. Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft er begrip voor dat de initiatiefwetsindieners de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) niet onbegrensd willen laten, maar met dit voorstel zal de mkb’er het kind van de rekening zijn.
De Tweede Kamerleden maken in het voorstel de onjuiste vergelijking van aanmerkelijkbelanghouders met werknemers. Daarnaast denken zij ten onrechte dat het verzwaren van box 2 de problemen met box 3 oplost. Afsluitend willen zij de BOR ingrijpend versoberen. Het RB is van mening dat met dit voorstel het voortbestaan van mkb-familiebedrijven in gevaar wordt gebracht en dat het vermogen dat nodig is voor de groei van mkb-bedrijven te zwaar wordt aangetast.
De Tweede Kamerleden denken dat de belastingheffing van aanmerkelijkbelanghouders met de belastingheffing van werknemers vergeleken moet worden en niet met ondernemers. De meeste ab-houders zijn ondernemers die ervoor gekozen hebben om hun onderneming in een besloten vennootschap te exploiteren en niet als ondernemer in de inkomstenbelasting. Voor een juiste vergelijking moet daarom de totale belastingdruk in de inkomstenbelasting voor ab-houders vergeleken worden met de belastingdruk voor ondernemers.
Verder stellen de initiatiefnemers (zonder dat dit onderbouwd wordt) dat een hoog belastingtarief in box 2 de prikkel zal wegnemen om vermogen van box 3 naar box 2 te verplaatsen. Op dit moment heeft box 2 een aanzuigende werking omdat daadwerkelijk gerealiseerde rendementen worden belast op basis van een winstbelasting en niet op basis van een forfaitaire belastingheffing in box 3. De aanzuigende werking zal in de toekomst versterkt worden als voor box 3 een vermogensaanwasbelasting wordt geïntroduceerd.
Als laatste stellen de initiatiefnemers de bedrijfsopvolgingsregeling ter discussie. RB geeft toe dat de faciliteit de laatste jaren royaal is geworden. Maar om de faciliteit zo ingrijpend in te krimpen is het kind met het badwater weggooien. Het uitstellen of vrijstellen van belasting is bedoeld om de continuïteit in mkb-bedrijven niet in gevaar te brengen. Het RB ontvangt nu al signalen dat bedrijven bang zijn dat de aanpassingen van de BOR ongunstig zullen uitpakken voor het bestaan van hun familiebedrijf. Over een terugbreng naar het oorspronkelijke doel van de regeling (denk aan verlaging van de vrijstelling of oprekking van de duur van de voortzettingsperiode) valt te praten, maar de suggesties in het wetsvoorstel doen aan het belang van de bestaande regeling geen recht.
Het RB kan zich daarom niet vinden in het voorliggende initiatiefwetsvoorstel. Het is voor een gedeelte gebaseerd op verkeerde uitgangspunten en het doet afbreuk aan reële fiscale noden van de praktijk, in het bijzonder die van het midden- en kleinbedrijf. Het RB roept de initiatiefnemers dan ook op tot revisie, waarin het belang van het mkb zwaarder meegewogen wordt. De mkb-familiebedrijven vormen immers de ruggengraat van de economie.
Een uitgebreider commentaar is als download beschikbaar.